Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Abia jaagde Jerobeam achterna, en nam van hem de steden, [38]Beth-el met [39]haar onderhorige plaatsen, en Jesana met haar onderhorige plaatsen, en [40]Efron met haar onderhorige plaatsen. 38. Zie van deze stad Gen.12:8. Hier had Jerobeam een van de gouden kalven gesteld, 1 Kon.12:29. 39. Hebreeuws, dochteren. Alzo Num.21:25,32, en in het volgende. 40. Gelegen in den stam van Benjamin, ook genaamd Ofra, Joz.18:23.